Lezen met passie

Lise leest met passie: Een ode aan het woord

Woorden zijn geweldig. Ik hou te veel van woorden om er zo veel buiten te sluiten. Ik wil elk woord opschrijven dat mij te binnen schiet, of dat nu 'kut' is of 'scabreus'. - Sylvia Witteman (columnist en schrijfster)

Ik heb niet echt een passie waar ik mij vol overgave op kan storten. Mijn passies zijn steeds gematigd en gecontroleerd zodat ik mijzelf hierin nooit te hard kan verliezen. Maar af en toe, op een onbewaakt moment met een tekort aan zelfcontrole, gebeurt het toch. Dan verlies ik mijzelf in een goed boek, of in het schrijven van een tekst. Dan verdwaal ik in het bos van woorden of verwonder ik mezelf over hoe mooi een woord wel niet klinkt. Of bij het lezen van een mooi gedicht. Dan ga ik op in de warme troost dat het kan bieden. Net als een zacht dekentje rond het kille verdriet. Of bij het lezen van een recept. Wanneer het water in de mond komt en mijn buik steeds harder gromt. En wanneer ik me bedenk hoe ik er mijn persoonlijke toets aan kan geven. Het komt steeds op hetzelfde neer: woorden. Het zijn de bouwstenen van mijn passies. Of ik nu lees, schrijf of kook, uiteindelijk draait het steeds om woorden. De kracht en de veelzijdigheid van het woord is iets om te koesteren!

Lise leest: Lezen met passie is gegroeid uit deze passie voor woorden. In het kader van een schoolopdracht bundel ik hier mijn ongezouten mening en analyse over (jeugd)boeken, sprookjes, mythen en theatervoorstellingen. Hoewel deze blog dus tot stand is gekomen onder lichte dwang, vloeit hij toch voort uit mijn passie. Het draait immers steeds om hetzelfde: woorden.

Veel leesplezier - Verwonder u over het woord!

Fictieautobiografie

'En toen kwam er een varkentje aan met een hele lange snuit en het verhaaltje was uit.' Dit was de standaardslotzin waarmee mijn ouders elk verhaal, of het nu zelfverzonnen was of gewoon voorgelezen, besloten. Meteen daarna volgde de magische truc waarbij mijn papa het licht uitdeed door gewoon te blazen. Dit magische slaapritueel herhaalde zich elke avond opnieuw.

Gehaktballen en dwergen

Ik werd elke avond voorgelezen door een van mijn ouders. Wanneer het papa's beurt was, kreeg ik een knotsgek, zelfverzonnen sprookje te horen. Vaak met gehaktballen, dwergen en mijzelf in de hoofdrol. Als het mama's tijd was om mij te verblijden met een verhaaltje, was dit meestal een één-minuutverhaaltje of een mooi prentenboek. Ik herinner mij vooral Teddyberen Picknick, een prachtig prentenboek met een leuk verhaal vol liedjes en versjes. Maar ook andere prentenboeken zoals In het donker, Je bent mijn lieve schattebout, Geen feest voor Tuur en Kobe en zijn nieuwe schoenen gingen gepaard met mooie herinneringen. Ik werd ook vaak voorgelezen uit de klassiekers van Fiep Westendorp en Annie M.G. Schmidt. Van Jip en Janneke tot Het hele schaap Veronica, ik ken ze allemaal. Ik heb nog steeds een grote fascinatie en voorliefde voor prentenboeken. De vaak prachtige illustraties ondersteunen een vertederend of avontuurlijk verhaal. Bovendien zijn prentenboeken het ideale middel om de taalontwikkeling van kinderen passief te stimuleren. Als logopediste kan ik het dan ook niet laten om af en toe een mooi prentenboek op de kop te tikken.

De magie van sprookjes

Ook sprookjes hebben steeds een indruk gemaakt op mij. Ik kan ervan genieten om af een toe een mooi geïllustreerd sprookje te lezen. Er is iets in sprookjes wat mij enorm aanspreekt, al kan ik niet goed onder woorden brengen wat dat 'iets' precies zou kunnen zijn. Ook de Walt Disney klassiekers zoals Jungle Boek, Mulan, De Kleine Zeemeermin en Belle en het Beest, brengen me steeds naar een andere wereld. Voor zo'n sprookjesfanaat als ik, is er geen betere plek om te vertoeven dan in Disneyland of de Efteling.

Lezen doe je niet voor je plezier

Nog nooit heb ik ook maar één editie van de Boekenbeurs gemist. Mijn grootmoeder, Maria Heylen, is jeugdschrijfster en het was dan ook vanzelfsprekend dat we met de hele familie elk jaar opnieuw afspraken in Antwerp Expo. We werden steeds erg gestimuleerd om boeken te kopen, te lenen en te lezen. De meeste mensen denken dan ook dat het lezen en schrijven ingebakken zit in een kleindochter van een schrijfster. Wat dat laatste betreft, zitten ze juist. Maar over het lezen dat ingebakken zou zijn, moet ik toch het een en ander nuanceren. Vandaag de dag lees ik veel en enorm graag, maar dat is niet altijd zo geweest. In de lagere school was lezen een opgave, iets wat je moest doen om een hoger AVI-niveau te behalen, niet iets wat je voor je plezier deed. Ik las alleen de boeken die ik moest lezen van de meester of juf. Dit heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat ik met plezier begon te lezen. De ommekeer kwam er in het derde leerjaar toen ik het boek Die steeg van ons van Bart Moeyaert moest lezen. Ik vond dit zo'n goed boek dat ik langzaam maar zeker meer en meer begon te lezen.

Grootmoeders boeken

De boeken van mijn grootmoeder hebben er ook voor gezorgd dat ik graag lees. Het feit dat zij deze boeken schreef, maakte het voor mij de moeite waard om die boeken te lezen. Ze had ook de gewoonte om in haar boeken de namen van haar kleinkinderen te gebruiken. Wanneer je dan zelf de hoofdrol speelt in zo'n boek, ben je natuurlijk dubbel gemotiveerd om te lezen. Ik ontdekte niet veel later de boeken van Marc de Bel, die de leesbacterie nog meer hebben aangewakkerd. Ik las bijna al zijn boeken, maar Meester Pluim en het Praatpoeder is mij toch het meest bijgebleven.

Kletskoek, Pieremachochel en Snotaap

Hoe ouder ik werd, hoe leuker ik het vond om te lezen. Ook rijmpjes vond ik erg leuk. Het boekje Een liedje voor een cent van Miep Diekmann staat vol rijmpjes en gedichten met bizarre titels zoals 'Kletskoek', 'Pieremachochel' en 'Snotaap'. Ik ben ervan overtuigd dat dit boek de grondlegger was voor mijn interesse in poëzie. Er gaat een zekere kracht uit van poëzie die helpt om de wereld rondom ons beter te begrijpen. Die steun kan bieden in moeilijkere periodes, als een soort therapeut die helpt om bepaalde zaken te relativeren. Ik geniet erg van mooie gedichten waar ik over kan blijven nadenken, maar ook speelse gedichten kan ik zeker smaken.

Een jong meisje en boeken

De boeken van Drik Bracke hebben me allemaal stuk voor stuk geboeid. Vooral 'Blauw is bitter' en 'Henna op je huid', waren voor mij twee toppers. Ik had alle boeken van Bracke gelezen voor mijn twaalfde verjaardag. Deze leeftijd is redelijk jong, aangezien de boeken van Dirk Bracke vaak gaan over de harde realiteit en ernstige onderwerpen. Ik hield enorm van boeken die niet voor mijn leeftijd geschikt waren. Daarom lijkt het wel of Louis Paul Boon het citaat 'Wat heeft een jong meisje aan een boek dat voor jonge meisjes geschikt is?', speciaal voor mij gemaakt heeft.

Tijdens de middelbareschoolperiode vond ik de boeken van Jan Simoen ook erg goed. Het is een veelzijdige schrijver die zowel weet te boeien met humor als met pakkende verhalen. Het boek dat mij het meest zal bijblijven is, Met mij gaat alles goed. Ik heb dit boek toen ook aan vele vrienden aangeraden. Het was een erg pakkend verhaal. Ik heb niet de gewoonte om een boek meermaals te lezen, maar dit was zo goed dat ik het in totaal drie maal gelezen heb. Ook de boeken van Kevin Brooks hebben me erg geboeid. Ik hield vooral van boeken met een romantisch verhaal, maar Brooks' verhaallijnen zijn erg intrigerend.

Zeemzoet cynisme en spanning

Vanaf het derde middelbaar begon ik mij te verdiepen in boeken voor volwassenen. Typische vrouwenboeken vol zeemzoete romantiek en een cynisch kantje. Ik verslond de boeken van Santa Montefiore, Nora Roberts, Danielle Steel en Jill Mansell. Ook nu nog lees ik af een toe een boek van een van hen. Het is de ideale vakantielectuur. Toch had ik op mijn vijftiende de behoefte om ook andere genres op te zoeken. Ik begon af en toe thrillers te lezen zoals de Robert Langdon-serie van Dan Brown. Maar ik las ook boeken met iets meer diepgang op inhoudelijk vlak. Zoals De buitenkant van Meneer Jules van Diane Broeckhoven. Dit was een ontroerend, maar ook grappig verhaal waar ik nog steeds met een glimlach aan terugdenk. Ik heb steeds een voorliefde gehad voor alles wat afwijkt. Het feit dat dit boek ook over autisme ging, maakte het voor mij alleen nog maar beter. Ik sta dus open voor heel veel verschillende genres. Van romantiek tot nagelbijtende spanning, maar één element moet steeds terugkomen: ontspanning. Lezen moet in de eerste plaats een ontspannende factor hebben. Ik houd bijgevolg dan ook niet van overdreven omschrijvingen en schrijven om te schrijven, less is vaak more.

Stilstaan

Een boek waar ik graag even bij wil stilstaan is het boek Stilstaan van Willy Schuyesmans. Ik las dit boek twee keer. En zowel de eerste als de tweede keer huilde ik tranten met tuiten. De eerste keer was ik nog erg jong. Ik zat in het vierde leerjaar en las een boek over doodgaan. Op dat moment was ik nog nooit geconfronteerd met de dood. Mijn grootvader was dood, maar die had ik nooit gekend. Ik kon me dus niet goed inleven in het boek, maar toch greep het me als jong meisje meteen naar de keel. Ongeveer vijf jaar later las ik het boek om de dood van mijn nicht te verwerken. Ze was erg jong toen ze stierf aan een hersentumor. Ik beschouwde haar als de zus die ik nooit had, onze band was dan ook erg sterk. Ik had het zo moeilijk met het afscheid dat ik besloot om het boek Stilstaan opnieuw te lezen. Ik was ouder, wijzer en had zelf afscheid moeten nemen van een dierbaar persoon. Het boek heeft me echt geholpen met rouwen. Ik ben benieuwd of het boek mij nog steeds zo zou raken en daarom wil ik het graag nog eens lezen.

Studeren, studeren, studeren

Na de middelbare school, heb ik vele kansen tot lezen laten liggen. Ik las natuurlijk wel boeken voor mijn opleiding over allerlei soorten stoornissen (stemstoornissen, taalstoornissen en leerstoornissen) en medische aandoeningen, maar veel tijd om ontspannen te lezen, was er niet. Dit probeerde ik steeds in de zomervakantie in te halen. Ik greep terug naar eerder luchtige en romantische lectuur zoals Schitterende ruïnes van Jess Walter. Hoewel er onderwerpen besproken werden zoals kanker en de dood, ging het boek vooral over onverwoestbare liefde. Ook De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween van Jonas Jonasson heb ik met veel plezier gelezen. De absurde gebeurtenissen van de oude man in het boek met een al even absurde titel, sprak meteen aan. Ik heb vaak in een deuk gelegen van het lachen. Humor is voor mij een belangrijk element in boeken. Ik heb zelf de nodige dosis humor en zelfspot en zoek dit vaak terug in de literatuur.

Schrijven

Ik houd ervan om creatief bezig te zijn met zowel mijn hoofd als met mijn handen. Tekenen en schilderen vond ik als kleuter reeds fantastisch. Ook schrijven vond ik altijd erg plezierig. Het maken van een opstel vond ik altijd een leuke opdracht. Mijn meesters en juffen vonden mijn fantasie erg aanstekelijk en stelden vaak voor om deel te nemen aan schrijfwedstrijden. Een aantal keer nam ik deel aan de Junior Journalist-wedstrijd van Davidsfonds. Ik viel tweemaal in de (regionale) prijzen. In de periode van de lagere school won ik met een bizar verhaal over huisdieren. Toen ik negen jaar oud was, nam ik met datzelfde verhaal deel aan een schrijfwedstrijd over vriendschap (Zeg je zegje, 2006). Mijn verhaaltje werd, samen met de andere winnende verhalen, gepubliceerd in het boek De Vriendenclub. Tijdens mijn puberjaren besteedde ik nog maar weinig tijd aan schrijven. Tot mijn leerkracht Nederlands mij in het zesde middelbaar vroeg om een culinair opiniestuk te schrijven voor de Junior Journalist-wedstrijd. Ik schreef een gepeperd stuk over bekende tv-koks waaronder Jeroen Meus. Tot mijn eigen verbazing werd ik tweede binnen mijn leeftijdscategorie voor de provincie Antwerpen.

De boeken van mijn leven

Als ik in één ding heilig geloof, dan is het dat boeken je leven tekenen. Je bent wat je leest. Lezen vormt je als persoon. Ik zou mijzelf kunnen omschrijven als licht naïef (door de gelezen sprookjes), positief en enthousiast (door de vele happy-endings) en prettig gestoord (door de knotsgekke verhalen van mijn papa). Er is nog ruimte om op literair niveau te groeien en ik neem deze uitdaging dan ook graag aan. Ik heb geen glazen bol zoals de heks uit Sneeuwwitje, maar ik weet zeker dat ik altijd zal blijven lezen. Als kleindochter van een schrijfster zit het immers in mijn genen, iets van de (betoverde) appel en de boom ...