Villa des Roses
Willem Elsschot
Voeg een muf pension met een louche kantje, kinderachtige personages die uit zijn op eigenbelang en een verwend penseelaapje bij elkaar, en je hebt alle elementen voor een cynisch melodrama: Villa des Roses is geboren. De debuutroman van Willem Elsschot gaat over een familiepension in Parijs waar hij een tijdje woonde. Elsschots schrijfstijl was voor die tijd (1913) erg vernieuwend en het boek kon dan ook op erg veel lof rekenen. Ook vandaag wordt het nog gelezen en is het vaak terug te vinden op leeslijsten in middelbare scholen. Villa des Roses behoort tot de literaire canon van ons lage landen. Deze klassieker van Antwerpse bodem moest ik dus zeker lezen!
Het verhaalbegin kan best omschreven worden als ab ovo. In de eerste vijf hoofdstukken wordt een expositie gegeven. De personages, de kostgangers van het pension, de kamermeisjes en de uitbaters, en het pension zelf worden uitvoerig voorgesteld. Zowel de uiterlijke als innerlijke kenmerken van de personages worden opgesomd. Zo heeft de lezer meteen een erg duidelijk beeld van de ruimte, het pension Villa des Roses, en de personages.
Het echtpaar Brulot zijn de uitbaters van de Villa des Roses. Zij verloren hun zoontje op erg jonge leeftijd en hebben een huisaapje, Chico, om het leed te verzachten. Hij wordt behandeld als een echte jongen en is rotverwend. Madame Brulot baat het pension met hart en ziel uit. Toch is ze niet vies van subjectieve prijsbepalingen, verkooptrucjes en bedrog om de winst te verhogen. Ook haar echtgenoot is uit op geld. De ex-notaris is bedrogen door zijn opvolger en voert nog steeds processen om geld terug te krijgen. Madame Gendron is de financiële steunpilaar van het pension. Ze betaald meer dan de gemiddelde kostprijs en neemt reeds jarenlang haar intrek in de Villa. Ze is een kinderachtige, dementerende oude vrouw die met haar vreemde gedrag en kleptomanie het mikpunt van spot is voor de andere hotelgasten.
Madame Dumoulin: een rijke weduwe van een diplomaat die over alles wil meepraten, Aasgaard: een Noor die het verlies van zijn vrouw wil verwerken, de heer Martin: een zakenman uit Nantes met zijn Poolse vriendin en haar moeder, de heer Knidelius: een Nederlandse ex-kolonist uit Java, drie mooie zussen uit Boedapest en Grünewald: een ongemanierde, jonge Duitser die op een kantoor werkt, zijn de andere vaste hotelgasten. De twee kamermeisjes Aline en Louise worden in de eerste hoofdstukken ook uitvoerig voorgesteld. Ook Brizard is een belangrijk personage. Hij is een depressieve kostganger die enkel voor het diner naar de Villa des Roses komt. In het begin van de roman pleegt hij zelfmoord. Vanaf dat ogenblik verandert het leven van de personages en start het echte verhaal. Zo wordt Louise verliefd op Grünwald, bereikt het gespot met Madame Gendron een hoogtepunt, komt Chico tot zijn einde en wordt het pension letterlijk met de grond gelijk gemaakt. De fabel en plot zijn continu.
In Villa des Roses wordt ingezoomd op de gebeurtenissen in het leven van afwisselende personages. Toch lijkt Louise voornamelijk op de voorgrond te treden. Zij wordt bovendien als één van de enige personages niet meteen helemaal uitgediept in het begin van het verhaal. Hierdoor is haar personage meer gelaagd en ontwikkeld het zich ook. Zo is ze aanvankelijk een treurige weduwe, wordt ze nadien opnieuw verliefd om daarna verbitterd te eindigen. Ze is dus een round character.
De verteller in het verhaal is zelf geen personage. Er is dus een externe heterodiëgetische verteller. Hij weet wat er in het verleden reeds gebeurde en kan ook naar de toekomst kijken. Zo laat Louise een abortus plegen. Op het moment van de abortus zelf, weet de verteller al dat Louise nog vier keer terug zal moeten gaan vooraleer het definitief gelukt is. Er is dus sprake van een auctorieel vertelperspectief. De verteller levert ook commentaar op de personages en de gebeurtenissen.
De titel van het boek verwijst meteen naar de ruimte waarin het verhaal plaats vindt. De Villa des Roses in Parijs. De associaties bij deze ruimte (kunst, liefde, vrolijkheid) staan echter in schril contrast bij het leven in de Villa. Geen romantisch pension met een rozenstruik maar een muf, goedkoop pension. Deze tegenstelling zit ook in de motieven in het boek. Opportunisme is een vaak terugkerend motief. De meeste personages zijn uit op eigenbelang en handelen zonder principes. Ze profiteren ook van de naïviteit van anderen. Dit komt voornamelijk bij Grünwald goed tot uiting. Hij houdt Louise erg lang aan het lijntje. Het motief geeft het verhaal vorm en beïnvloed de verhaallijn. Het is dus een dynamisch gebonden verhaalmotief. Het feit dat de kostgangers en uitbaters stuk voor stuk opportunisten zijn, zorgt voor geniepige intriges en bedrog.
De cover van mijn uitgave bestaat uit getekende rozen. Dit past goed bij de titel van het boek. De andere covers passen, naar mijn mening, nog beter bij het verhaal. Vooral de cover met de aapjes, horen, zien en zwijgen, vind ik erg passend. Het horen en zien van de intriges, maar deze dan ook verzwijgen past bij Ellschots cynisme. Hij schrijft erg koel en zakelijk en op gepaste momenten erg sarcastisch. Hij legt de verschillende interacties bloot die ontstaan wanneer mensen dicht op elkaar leven. Hij typeert en beschrijft deze erg komisch door het gebruik van een nodige dosis cynisme. Hij hanteert een, voor zijn tijd, progressieve schrijfstijl waardoor het taalgebruik ook nu nog steeds helder is.
Net zoals in vele andere werken van Elsschot, heeft ook zijn debuutroman een autobiografisch kantje. Dit is erg logisch aangezien hij op het eerste zicht geen deel uitmaakt van het verhaal, maar toch de tijd beschrijft die hij in het familiepension doorbracht. In het verhaal is hij Richard Grünwald, de ongemanierde Duitse bedrieger ('Wie was Willem Elsschot echt?', 2012).
Villa des Roses is een leuk boek over de dingen des levens met een cynische noot. Vooral verliefdheid, bedrog, jaloezie, achterdocht en vriendschap komen in de roman aan bod. Opportunisme, het handelen uit eigenbelang is het hoofdmotief. In dit verhaal worden dagelijkse gebeurtenissen en intriges op een fantastische manier weergegeven. Het cynisme en de humor heb ik zeker kunnen smaken.
Wie was Willem Elsschot echt? (19 februari 2012). Geraadpleegd op 29 december 2017, van De Knack: https://www.knack.be/nieuws/boeken/wie-was-willem-elsschot-echt/article-normal-49503.html.