Liefde
Liefde is een van de centrale thema's in de gedichten van Remco Campert. Hij is op vele vlakken in het leven een rusteloze nomade geweest. Als kind werd hij opgevoed door verschillende mensen en heeft hij talloze huizen bewoond. "Ik heb kilometers straat aan de huid van mijn voeten," schreef hij ooit. Dit geeft perfect zijn rusteloze ziel weer. Van huis naar huis, van vrouw naar vrouw ... Op zoek naar creativiteit en de liefde. Vele vrouwen zijn de revue gepasseerd (Claassen & Brouwer, 1997). In zijn gedichten zijn de hoogtes en laagtes, de bereikbaarheid en onbereikbaarheid van de mystieke liefde terug te vinden. Hieronder een greep uit zijn, volgens mij mooiste, liefdesgedichten.
Geïnteresseerd? Lees dan zeker het verzamelalbum: Campert, R. (2002). Ja rozen. De mooiste liefdesgedichten. Amsterdam: Uitgeverij Thomas Rap.

Ja Rozen
Dit zijn rozen voor je en alle poëzie. Dit is mijn mooiste pose: die van liefde's acrobaat, zwevend schijnbaar moeiteloos, maar met krampende tenen boven een bed van rozen en doornen.
Ik zal je nu beschrijven: kijk, ik teken rozen op je huid en jij doornen op de mijne.
Goed, ik ben acrobaat. Is er een mooiere pose?
Pose van gevaar, balancerend tussen begeerte en verweer: ik stijg, ik val en onderwijl:
ik teken rozen rozen rozen
en dit zijn rozen.
Bron: Campert, R. (2002). Ja rozen. De mooiste liefdesgedichten. Amsterdam: Uitgeverij Thomas Rap.
Huid en hart
Huid, peau, skin, Haut je huid ademt in alle talen. Wat doe je me aan?
Op winternamiddagen streel ik met voorzichtige vingers je huid, glanzend in de schemering.
Onder je huid bonst je hart, brengt mijn hart, fladderend als een vlinder, tot rust.
In gulzige liefde verslind ik je met huid en hart
Bron: Campert, R. (2014). Licht van mijn leven. Amsterdam: De Bezige Bij.
In het stoffige groen
In het stoffige groen van de nazomer heb ik van je gehouden als jaloezie op liefde wijst. Hazen hebben hun legers en zelfs de wind zoekt 's nachts toevlucht in het hoge gras. De ochtend brak aan gezien door een whiskyglas en in de nevels dansten de koeien. Alle vogels vlogen af en aan behalve ik en jij.
Bron: Campert, R. (2002). Ja rozen. De mooiste liefdesgedichten. Amsterdam: Uitgeverij Thomas Rap.